Skip navigation links
Automatiseer uw tekstdocumenten expressief en gemakkelijk met TExpressive!
Menu
TExpressive
Automatiseer uw tekstdocumenten expressief en gemakkelijk met TExpressive!

Scriptfragmenten maken

Wanneer een TExpressive script complexer wordt, of wanneer een scriptfragment vaker wordt gebruikt, kunt u delen van uw script afsplitsen en daar waar nodig ernaar verwijzen.  Dit kan gedaan worden door het scriptfragment in een extern sjabloonbestand te plaatsen en/of door er een functie van te maken.

Wanneer u scripts in externe sjabloonbestanden zet kunt u deze bestanden net zo opslaan als u een regulier TExpressive bestand opslaat.  U kunt dan op zijn beurt de "Process" functie gebruiken om deze bestanden te verwerken; op deze manier kan het script in het externe bestand door meerdere andere sjablonen gebruikt worden.  De mogelijkheden binnen het externe sjabloonbestand zijn identiek aan die van scriptfragmenten in het originele sjabloon.  Alle parameters en zelfgemaakte functies zijn beschikbaar in het externe bestand, en het externe bestand kan zelf parameters en zelfgemaakte functies aanpassen; deze aanpassingen zijn beschikbaar nadat het externe bestand is verwerkt.  Als u echter een extern sjabloonbestand maakt heeft u geen controle over hoe het wordt aangeroepen (voorwaarden zoals welke parameters moeten worden aangeleverd).  Als dit belangrijk is kunt u beter uw eigen functies maken.

Bij het maken van uw eigen functies kunt u de "MakeFunction" functie gebruiken.  Op deze manier heeft u de controle over welke argumenten opgegeven moeten worden bij het aanroepen van uw scriptfragment.  De inhoud van uw script wordt ook makkelijker leesbaar wanneer u zelfgemaakte functies gebruikt.  Alle parameters en andere zelfgemaakte functies die zijn gedefinieërd voordat een zelfgemaakte functie wordt aangeroepen zijn volledig beschikbaar binnen de zelfgemaakte functie, tenzij een van zijn argumenten dezelfde naam heeft als een parameter - in dat geval verbergt het argument de parameter.  Alle wijzigingen aan parameters en andere zelfgemaakte functies worden ook bewaard nadat de zelfgemaakte functie is aangeroepen.  Het is echter niet mogelijk om zogenaamde "uitvoer" argumenten te gebruiken (binnen de zelfgemaakte functie argumenten aanpassen, waarna de wijzigingen doorgevoerd worden in de parameters die gebruikt werden om de argumenten hun waarden te geven bij het aanroepen van de zelfgemaakte functie).

Natuurlijk is het ook volledig mogelijk om een zelfgemaakte functie in een extern sjabloonbestand te definieën; op deze manier heeft u de voordelen van beide methoden.

Als u wilt dat delen van uw script worden verwerkt zonder dat de parameters en zelfgemaakte functies in de rest van het omliggende of aanroepende script worden beïnvloed, kunt u een "Gate" functie om dat scriptdeel plaatsen.  Op deze manier kunt u bepalen welke wijzigingen aan parameters en zelfgemaakte functies door de rest van het script worden gezien.  Dit is vooral handig wanneer u externe sjabloonbestanden schrijft die door allerlei andere sjablonen worden gebruikt; wanneer u de inhoud van het externe bestand met een enkele "Gate" functie omsluit, heeft u de controle over welke parameter- en functiewijzigingen aan het aanroepende script mogen worden doorgegeven.  Op deze manier kunt u bv. niet per ongeluk de waarde van een parameter in het aanroepende script aanpassen omdat u intern in het externe script toevallig ook dezelfde parameternaam gebruikt.